Intercultural awareness - Semester 2

Bij het vak Intercultural Awareness heb ik geleerd hoe je goed kunt omgaan met mensen uit andere culturen. Dit is belangrijk als je straks met verschillende mensen gaat samenwerken. We leerden dat iedereen andere normen, waarden en gewoontes heeft, en dat het helpt als je daar open en nieuwsgierig naar bent.

In de eerste les keken we naar hoe je je kunt ontwikkelen in het omgaan met cultuurverschillen. We gebruikten daarbij de theorie van Bennett, waarin je stap voor stap leert om verschillen te herkennen, te begrijpen en ermee om te gaan. Zo leer je bijvoorbeeld dat wat voor jou normaal is, dat voor een ander helemaal niet hoeft te zijn.

Samen met een klasgenoot maakte ik een infographic over een ander land. We onderzochten hoe mensen daar leven, welke gewoontes ze hebben, en hoe dat verschilt van wat wij gewend zijn. Dit hielp mij om beter te begrijpen hoe je rekening kunt houden met cultuurverschillen in je werk.

In de tweede bijeenkomst leerden we over ethiek: nadenken over goed en fout gedrag. We bekeken vier manieren om daarnaar te kijken, zoals of iets goed is omdat het goede gevolgen heeft, of omdat het volgens de regels is. Dit helpt om als professional goede keuzes te maken, vooral als je werkt met mensen met verschillende achtergronden.

Aan het einde van het vak bereidden we een debat voor. We kregen een stelling en moesten bedenken of we voor of tegen waren, en waarom. Ik leerde om beter naar anderen te luisteren, mijn mening goed uit te leggen, en om samen te werken met mijn groep. Daarna moest ik ook terugkijken op mijn eigen rol in het debat.

Door dit vak heb ik geleerd hoe belangrijk het is om respectvol en open te zijn naar anderen, vooral als ze uit een andere cultuur komen. Dat ga ik zeker gebruiken als ik later met verschillende mensen werk

Infographic 

Debat 

Tijdens de tweede bijeenkomst van Intercultural Awareness hebben we een professioneel debat gevoerd in twee groepen. De ene groep was vóór de stelling en de andere tegen. Onze groep was vóór de stelling:

“De facilitair manager is verantwoordelijk voor diversiteit en inclusie op de werkvloer.”

Wij vonden dat de facilitair manager hierin een belangrijke rol speelt en hebben onze argumenten onderverdeeld in morele, juridische en economische redenen.

Moreel gezien benadrukten we dat gelijke behandeling een basiswaarde is, en dat het de taak is van de facility manager om te zorgen voor een werkomgeving waarin iedereen zich welkom, veilig en gewaardeerd voelt. Ook vonden we het belangrijk dat de facility manager bijdraagt aan sociale rechtvaardigheid en empathie toont voor alle gebruikers van de werkplek.

Juridisch lieten we zien dat er verschillende wetten en regels zijn die inclusie verplicht maken, zoals de AWGB, het VN-verdrag Handicap, de Arbowet en de Wet op de Ondernemingsraden. Als facility manager heb je dus een duidelijke verantwoordelijkheid om een veilige en toegankelijke werkomgeving te creëren.

Economisch gezien betoogden we dat inclusie leidt tot hogere werktevredenheid, minder verzuim, meer creativiteit en innovatie, én een beter imago als werkgever. Ook is een inclusieve werkplek slimmer ingericht en dus efficiënter in gebruik.

Het debat zelf verliep redelijk goed, al was het soms wat ongemakkelijk, omdat niet iedereen precies wist wanneer hij of zij iets moest zeggen of reageren. Maar voor een eerste debat vond ik dat we het als groep prima deden. Uiteindelijk hebben wij als voorstanders het debat gewonnen, wat laat zien dat onze argumenten goed waren opgebouwd en overtuigend overkwamen.

Reflectie op dit vak 

Tijdens het vak Intercultural Awareness heb ik nagedacht over hoe je omgaat met mensen uit andere culturen, en hoe je kunt zorgen voor een inclusieve werkplek. We hebben onderwerpen behandeld zoals culturele verschillen, communicatie, waarden en wereldburgerschap. Ook voerden we een debat waarin we als groep stelden dat de facility manager verantwoordelijk is voor inclusie. Dit vond ik interessant en leerzaam.

Tegelijk vond ik dit vak soms ook wat vaag. Ik begreep niet altijd goed wat precies het doel van de les was of hoe ik het in de praktijk zou moeten gebruiken. Sommige dingen voelden wat theoretisch of herhalend. Ook heb ik het gevoel dat we niet alle lessen hebben gedaan, bijvoorbeeld de les over eten meenemen (culturele rituelen), die hebben we overgeslagen. Volgens mij vond de docent het zelf ook niet per se nodig.

Toch heb ik er wel iets uitgehaald: ik ben me bewuster geworden van het feit dat niet iedereen op dezelfde manier denkt, leeft of werkt. Dat is belangrijk om rekening mee te houden, zeker als je met veel verschillende mensen moet samenwerken. Voor mijn ontwikkeling als professional is het goed om te leren met een open blik te kijken, ook al vond ik het vak zelf niet altijd even duidelijk of boeiend.